top of page

Egypte

Egypte een staat in het noordoosten van Afrika. Het land omvat ook het schiereiland Sinaï, dat geografisch bij Azië wordt gerekend. Egypte grenst aan de Middellandse Zee in het noorden, de Gazastrook en Israëlin het noordoosten, de Rode Zee in het oosten, Soedan in het zuiden en Libië in het westen.

Egypte heeft een oppervlakte van 1.001.450 km² en ruim 83 miljoen inwoners. Van de bevolking woont een groot deel in de vruchtbare omgeving van de Nijl, die ook wel de 'levensader van Egypte' wordt genoemd. Hoewel de Nijlvallei en-delta slechts ongeveer 5,5 procent van de totale oppervlakte omvatten, woont hier bijna de gehele bevolking en bevinden zich er de grote steden, zoals Caïro, de hoofdstad en grootste stad, en Alexandrië. Grote delen van de rest van het land worden bedekt door woestijnen als de Sahara.

 

De geschiedenis van Egypte is bijna even lang als die van de mensheid zelf; het Oude Egypte was een van de vroegste beschavingen ter wereld en is in het huidige Egypte nog terug te zien in de vorm van enkele beroemde bouwwerken, zoals de sfinx en de piramiden van Gizeh en de archeologische sites rond Luxor.

Egypte is een semipresidentiële republiek en bezette in 2009 de 123e plaats in de index van de menselijke ontwikkelingvan de VN. Internationaal gezien is Egypte lid van onder meer de VN, de WTO en de Arabische Liga, waarvan het hoofdkantoor zich in Caïro bevindt.

 

Bevolking

 

Egypte heeft een inwonertal van 85.294.388 (2013) en is daarmee het meest bevolkte land in de Arabische wereld; de bevolkingsdichtheid is 85,1/km² (2013), maar de bevolking is erg geconcentreerd in de Nijlvallei; circa 43 procent van de bevolking woont in steden (2008)[6]. Egypte is snel gegroeid: in de tijd van Napoleon had het land vermoedelijk nog slechts 3 miljoen inwoners en in 1900 waren er naar schatting tien miljoen Egyptenaren. Vooral dankzij medische en agrarische vooruitgang groeide dat aantal in de tweede helft van de twintigste eeuw sterk. Over de periode 1980-2001 kende het land een gemiddelde bevolkingsgroei van 2,2 procent. Van de totale bevolking is 33 procent in de leeftijdscategorie 0-14 jaar, 63 procent tussen 15-64 jaar en 4 procent 65 jaar en ouder.

De bevolking is voor 90% van Oost-Hamitische afkomst, maar is in de loop der tijden in sociaal, cultureel en politiek opzicht geheel gearabiseerd. Andere bevolkingsgroepen zijn de Berbers in Siwa, de Nubiërs (in het zuiden) en de Kopten (in Opper-Egypte). Het land telde anno 2002 ongeveer 78.000 vluchtelingen, waaronder 50.000 Palestijnen en ongeveer 20.000 vluchtelingen afkomstig uit Soedan.

 

Politiek

 

Hoewel Egypte in naam een democratische republiek is, werd het land sinds 1955 autocratisch geregeerd door achtereenvolgens de leiders/presidenten Nasser, Sadat en sinds 1981 Moebarak. Sinds 1978 was daarbij de Nationaal-Democratische Partij (NDP) de 'machtsmachine' van de president, met altijd een overmacht in het parlement. De president was in zijn functie onder meer verantwoordelijk voor de invulling van allerlei posten in de regering en het parlement. Bovendien gold vanaf de moord op president Sadat in 1981 tot 2012 de noodtoestand, wat onder meer inhield dat president Moebarak naar eigen goeddunken verordeningen kon treffen. Desondanks kon Egypte sinds 1979 op steun rekenen vanuit het Westen, het land fungeerde vaak als buffer en bemiddelaar tussen de Westerse en de Arabische wereld.

 

Op 7 september 2005 werden voor het eerst presidentsverkiezingen gehouden waar meerdere - door president Moebarak goedgekeurde - kandidaten aan mee mochten doen. In totaal namen tien kandidaten deel. Winnaar werd de zittende president Moebarak met 88 procent van de stemmen. Andere belangrijke kandidaten waren Ayman Nour en Noman Gomaa. Diverse partijen, zoals linkse oppositiegroeperingen en de islamitische Moslimbroederschap, boycotten de verkiezingen. Nour belandde na de verkiezingen in de gevangenis en er waren berichten over grootschalige fraude. In 2007 werden enkele tientallen grondwetswijzigingen doorgevoerd, waarbij onder meer partijen op religieuze basis verboden werden en de macht van de president verder versterkt werd.

Na de parlementsverkiezingen in 2010 was 81 procent van alle zetels in de Volksvergadering in handen van de NDP. Vanaf eind 2010 was er sprake van toenemende onrust in de Arabische wereld. Nadat eerder in Tunesië president Ben Ali was verjaagd, gingen ook in Egypte duizenden burgers de straat op. Na 18 dagen van massaal volksprotest trad Moebarak op 11 februari 2011 af als president en droeg hij zijn taken over aan de Hoge Raad der Strijdkrachten, waarvan voorzitter Mohammed Hoessein Tantawi vanaf toen het waarnemend presidentsambt vervulde. Op 3 maart 2011 werd Essam Sharaf de Egyptische minister-president.

 

Economie

 

De Egyptische economie is één van de meest gediversifieerde van het Midden-Oosten. In 2009 had Egypte een BNP van 216,8 miljard dollar tegen de officiële wisselkoers. Op koopkrachtbasis is het 500,9 miljard dollar, dit is 6.200 dollar per inwoner. Het BNP groeide met 7,2 procent in 2008, met 4,6 procent in 2009 en met 5,3 procent in 2010. Dit was een versnelling ten opzichte van de 4,5 procent groei die gemiddelde in de periode 1990-2001 werd behaald. Naar sectoren gemeten werd het BNP in 2009 voor 14 procent gerealiseerd door de landbouw, 38 procent door de industrie en 47 procent door de dienstensector. In datzelfde jaar was circa een derde van de bevolking werkzaam in de landbouw

 

© 2014 Informatie Egypte

bottom of page